De tweede ronde van de KNSB-competitie speelde Woerden 3 tegen Kasteel Lekstroom 2. De wedstrijdleider waarschuwde dat het wat lawaaierig zou kunnen zijn, de eerste tijd. Dat klopte: de Mobiele Fietsenmaker Aan Huis die in de speelzaal zijn werk deed, repareerde op rumoerige wijze het ene rijwiel na het andere.

Sjaak Oosterlaken speelde deze keer aan het eerste bord. De opening verliep langs klassieke lijnen, met rustig spel van beide kanten. Zijn tegenstander gaf later aan deze opening niet goed te kennen, maar vond toch de juiste zetten. Erg spectaculair werd het niet, de stelling bleef in evenwicht. Na een remiseaanbod van zijn tegenstander zag hij geen goed vervolg en accepteerde hij de puntendeling.
Jean de Goey, met zwart op bord twee, speelde een Pirc-achtige partij, waarin wit volgens de computer een fractie beter stond. Wit kwam tijdelijk een pion voor, maar Jean kon die terugwinnen. De stelling bleef gelijk en na 28 zetten werd de vrede getekend.
Na een trage opening werd Leen de Jong rond de tiende zet wat weggedrukt. In plaats van iets voordeel te behalen, gaf zijn opponent echter pardoes een pion weg. Maar de luxe van dit geschenk had een verlammende werking en na een paar mindere zetten gaf de computer een nagenoeg gelijke stand aan. Pas in tijdnood kwam er een tweede pion bij waarna de tegenstander, in plaats van nog wat te spartelen, zich mat liet zetten.

Jory Koot gebruikt altijd ontzettend veel tijd. Zijn tegenstander daarentegen was zijn tegenpool: hij deed al zijn zetten à tempo en Jory kreeg gewoon niet de tijd om na te denken als hij niet aan zet was. Toen Jory nog tien minuten en zijn tegenstander bijna anderhalf uur op de klok had, werd hij toch wel wat nerveus. Maar na een aantal verzwakkende pionzetten van wit, vond hij het goede plan. Hij verdubbelde zijn torens op een open lijn en viel de stelling binnen, waarna hij precies op tijd won.
Na een gelijke opening kwam Tim Groot Bruinderink beter te staan op de koningsvleugel, hij kon een pion offeren voor een sterke aanval. Zijn tegenstander verdedigde erg goed, maar uiteindelijk zorgde een mooi torenoffer voor zijn overwinning
Marjolein Theunissen had haar eerste vier partijen van het seizoen verloren en begon met lood in haar schoenen aan de wedstrijd. Maar de witspeler maakte het haar erg makkelijk: hij gaf op de achtste zet een pion weg zonder enige compensatie, hij gaf op de vijftiende zet het centrum weg zonder enige compensatie en verloor niet lang daarna nog een pion. Een simpel schaakje waarbij de dame verloren ging, besliste de partij.
Na de opening goed te hebben gespeeld, ging het in het middenspel mis bij Annie de Jong. Met een combinatie won haar jeugdige tegenstander een stuk, waarna het niet meer goed kwam. Van de weeromstuit liet ze vervolgens zowel haar notatieboekje als sjaal achter. Voor haar dus een dag om snel te vergeten.

Zat Ad Goes in de vorige ronde alleen met zijn hoofd in Spanje, dit keer was hij er met lijf en leden. Gelukkig kon Hans Ossebaar voor hem invallen. Hij kreeg met zwart een redelijk saaie Franse doorschuifvariant voorgeschoteld. Halverwege de partij won hij een kwaliteit waarna zijn tegenstander een alles of niets strategie begon met een loperoffer op h6. Hans nam het offer niet aan – achteraf ten onrechte – waardoor de aanval op zijn koning hem de nodige hoofdbrekens bezorgde. Hij was de laatste die nog aan het spelen was en het team stond inmiddels met twee tegen vijf voor. Winnen zou nog een hele klus worden in de nog steeds dichtgeschoven stelling en dus accepteerde hij vlak na de tijdscontrole het remise aanbod.
