Woerden 2: beide benen op de grond

Als je als schaker in deze barre tijden van klimaatstress en secularisatie op weg bent naar een speellokaal met de uitnodigende naam: ‘de groene olijftak’, dan verwacht je toch op zijn minst in een clubgebouw terecht te komen van klimaat-intellectuelen die het beste voor hebben met onze planeet of een moderne beweging van de kerk, op zoek naar het olijftakje dat ook Noach en zijn mannen (vrouwen waren er toen nog niet) een teken van leven gaf.

Niets van dit alles. De sympathieke IJsselsteinse schaakclub ‘De Lekstroom’, voorheen ‘Het Kasteel’, huist in een pand van de plaatselijke postduivenvereniging.

Weer eens wat anders, niet het toeziend oog van Steinitz of Capablanca, maar van IJsselsteinse kampioenen met een grijze staart.

Wij waren met nogal wat zelfvertrouwen naar IJsselstein afgereisd. Hadden wij tot nu toe niet alles gewonnen? En al 4 matchpunten meer dan de tegenstander? Zoiets lijdt snel tot overschatting van de eigen talenten. Zo dacht ik zelf bijvoorbeeld na 1.e4, e5 2. Pf3, Pf6 3. Lc4, Pc6 4. Pg5, d5 5. exd, Pd5: ongeveer gewonnen te staan, omdat mijn tegenstander in een openingsvalletje zou zijn getrapt. Ik maakte me al zorgen hoe ik de rest van de avond door zou moeten brengen, ijsberend tussen de andere borden. Die zorg bleek overbodig…

Na een zetje of 20 kwam ik vriend Pieterse tegen en had ik reeds mijn twijfels over de eigen stelling: “straks win jij nog eerder dan ik”, beet ik hem toe, hetgeen beantwoord werd met de bekende Pieterse-grijns. Dat bleek inderdaad het geval, Mark schoof een Prettige PuntjePuntjePuntje resoluut naar (stuk)winst en uw ondergetekende sleepte zo tegen het middernachtelijk uur een remise weg. Voor de poorten van de hel. En weer met beide benen op de grond.

Ondertussen had Jan Pool gewonnen, met een truc weliswaar, maar Jan bewees op tijd in vorm te zijn voor een (lange) Week Wijk. Ad Goes speelde remise, Henk Dankers en Jur van Weerden (na een remiseaanbod te hebben afgeslagen) konden het niet bolwerken, waarna alle aandacht ging naar de borden van Jan Hoosbeek en Hans Tuit, met een 3-3 stand op het bord.

Jan had vanaf het begin van de avond zijn koning op e7, in een stelling waarbij deze beter op g8 zou staan. Dat zag er niet goed uit, Hans daarentegen speelde een prachtige partij uit één stuk.

Helaas was er enige onduidelijkheid over het speeltempo. De wedstrijdleider had ons vooraf medegedeeld dat er na 40 zetten een half uur bij zou komen. Toen de tijdnood van Jan en Hans daar was, kon hij dat niet bevestigen, want “hij dacht alleen maar dat het zo was”. Geen verwijt overigens naar deze sympathieke man, het was het amateurisme ten top, ook van onze kant. Onze teamleider (zijn naam zij met de mantel der liefde bedekt), had weliswaar (ooit) het speeltempo per mail gecommuniceerd, maar mag toch, met beide benen op de grond, de hand in eigen boezem steken.

Jan stond in tijdnood niet eens zo veel slechter dan in het begin van de partij (volgens oppervlakkige analyse) maar kon het toch niet bolwerken. 3-4 achter, alle ogen op Hans, waarvan we echter bijna zeker wisten dat hij zou gaan winnen. Zijn tegenstander speelde zo irritant lang door in een totaal  verloren stelling dat zelfs de IJsselsteinse wedstrijdleider, hoogst geïrriteerd, de stukken die naast het bord stonden in de doos ging doen. Waarna Hans vriendelijk vroeg of de stukken die op het bord stonden alstublieft nog even mochten blijven staan, want hij moest nog winnen…

Kortom 4-4. En in de stand nu hijgende Rivierenlanders en Oud Zuylenaren in onze nek. Het gaat nog spannend worden.

Woerden 2 is los

Ook Woerden 2 begint overtuigend aan de competitie

Het team van Woerden 2, het kroonprinsenteam, is het seizoen uitstekend begonnen met een afgetekende 5,5 – 2,5 overwinning op het gerenommeerde fusieteam: Oud Zuylen /Utrecht 2. Daarmee evenaarde het team de prestatie van Woerden 1, dat met dezelfde cijfers het seizoen was begonnen. Het was des te opvallender, omdat de sterspeler van ons team, Mark Pieterse, verstek moest laten gaan. Maar zijn afzegging ging gepaard met een : I’ll be back!” dus dat belooft veel goeds. Jan Pool opende de score en inderdaad: met een 1-0 voorsprong is het voor de rest van het team ‘lekkerder schaken’. Maar, nadat Ad Goes een halfje had toegevoegd, gaf onze speler aan bord 1 de Utrechtenaren weer een beetje hoop:

Na fris en origineel maar zeer foutief openingsspel heeft de zwartspeler (onze man) eindelijk de kans om wat tegenspel te genereren. Hij heeft zojuist de loper op g5 gezet en laat de torens dromen van de h-lijn. Wit speelde 26. Pf3, ik bedoel je moet wat. Zwart overwoog om a tempo 26.  …, Th8 te spelen, maar na even op de handen gezeten te hebben, zag hij de paardmanoevre 27. Pg5:, Th3: 28. Pe6+!!. Daar trappen we dus niet in meneer. Maar wacht eens, er is een tussenschaakje op b6!. Haha. De partij ging verder met: 26. Pf3, Th8, 27. Pg5: (na 0,1 seconde gespeeld), Db6+ (na 0,2 seconde gespeeld.  Na 28. Kg2, Th3: 29. Kh3:, Th8+, 30. Kg2 ontstond de volgende stelling:

Wit mag nog hopen, maar de stelling zal verloren zijn. Maar niet na 30. …, Pg4:??. Na 31. Pe6+ is het mat ondenkbaar.

Zoiets is een tegenvaller (zachtjes uitgedrukt) en vraagt om een meevaller. Die kwam ook, aan het bord van debutant Julien Rentrop (wit). Eerst kende de partij een aardige combinatie:

Zwart doet een poging tot genialiteit: 19…, Lg2: Na verwikkelingen dreigt er iets op f6 in de kou te komen: 20. Kg2:, Td5, maar: 21. Tf7:! En na 21. …, Te5: 22. Te7:, Te2: 23. Ke3 heeft wit slechts een pion ingeboet. Julien pakte echter het hele punt:

30. Tf5. Dreigt er iets? Nee, nee toch? 30. …, b5 31.d5! O ja, toch wel: 1-0

Jur van Weerden speelde zoals hij is: veelbelovend, maar tegen een dubbele paardvork bleek zijn dame niet bestand. Geen enkele dame is dat trouwens.

Met drie fraaie overwinningen van Jan Hoosbeek en Hans Tuit en Henk Dankers beslisten we de zaak.  Maar niet nadat zich nog een akkefietje voordeed: tot tweemaal toe werd een geluid waargenomen, waarvan ondanks aanvankelijke ontkenning, vastgesteld moest worden dat het toch wel erg leek op het rinkelen van een zogenaamde mobiele telefoon. De ongelukkige bezitter van het kleinood bleek in ons team te zitten. Zijn naam zij met de mantel der liefde bedekt, te meer omdat de sportieve tegenstander het punt niet opeiste. Desalniettemin kondigde de teamleider na afloop stokslagen aan, mocht dit zich onverhoopt nog eens voordoen.

De tweede wedstrijd van het tweede bracht ons naar Utrecht, naar de inmiddels befaamde schaaklocatie: Denksportcentrum Dijckzigt. Dit Bolwerk aan de Boorstraat begint inmiddels dè schaakplek in Utrecht te worden, nadat vroegah wellich ‘De Remise” dit wilde zijn. Foute naam trouwens, De Remise. Noem zo’n huis 1-0 (was ook een voetbalblad in mijn jeugd) of 0-1 (voor Евгений Свешников – aanhangers). Schaaklocaties hebben trouwens de niet-vlekkeloze reputatie om in facilitair opzicht, ik bedoel sanitair, het een en ander te wensen over te laten. Deze avond betrof dat zowel het een als het ander, want na 21 uur waren alle toiletten buiten gebruik. Dat malheur werd overigens ruimschoots goedgemaakt doordat we min of meer verplicht waren te plassen in het naburige theater waar je ontvangen werd door een grote groep gezellige dames van een jaar of twintig. Buiten kon het ook.

We schaakten tegen een club van jonge leeftijdgenoten waarbij de teamleider ons verbaasde met hun sympathieke regel dat de eerste twee consumpties voor rekening van de thuisspeler waren. Omdat hij het niet fatsoenlijk vond dat, wanneer het slechts één consumptie betrof, de Woerdense gast zich moreel verplicht zou voelen om zelf voor de tweede te zorgen. Ik heb over de psychologie van deze regel nog lang nagedacht, maar dat zal ik u besparen.

De wedstrijd. Hulde aan Jur. Hij won heel snel (en stond nog veel sneller al 2 stukken voor) en gaf invulling aan het reeds bij de Romeinen bekende adagium: “met een 1-0 voorsprong is het voor de rest van het team ‘lekkerder schaken’. Hans kon geen ijzer breken, zijn tegenstander ook niet.: remise. Jan Pool ‘kun je erbij hebben’ (to put it mildly): na 2 ronden 100%. Mijn tegenstander bleek niet op de hoogte van mijn theoretisch nieuwtje in de/het DoorschuifFrans, bekend uit de partij De Heer – Ercan. Punt. De kraker vond plaats aan bord 1. Mark speelde tegen een oude (nou ja, van mijn leeftijd) bekende: Sjef van Heck, telg uit het roemruchte Utstud-geslacht en later mijn teamgenoot bij Paul Keres (seizoen 62/63). Sjef was vroeger net iets beter dan ik, en ik was vroeger vééééél beter dan nu, dus Marks remise was welkom. Al schijnt hij en passant ergens een en passant over het hoofd te hebben gezien. Peu importe. Ook Jan Hoosbeek speelde een puike partij (patent: Hoosbeek) en met een remise van multitasker en – talent Wim Veelenturf en een overwinning voor Ad Goes, kwamen we op 6,5 punt.

Inmiddels heeft Woerden 2 in het algemeen klassement stevig de leiding. In de digitale coulissen was zelfs enig gemor te horen over het feit dat ‘we’ meer bordpunten hebben verzameld dan Woerden 1!! Wordt vervolgd!

Henk de Heer

Woerden ook te sterk voor Soest

Voorbeeldig voorbereid (“waar ligt dat Soest eigenlijk”) en gemotiveerd tot op het bot, (“een vier-punten-wedstrijd”) togen onze jongens in de vierde ronde van de SGS (SOS) competitie naar een op papier gevaarlijke concurrent. En inderdaad, in een prachtig gebouw, dat deed denken aan zowel wereldlijke als geestelijke geschiedenissen, wachtte ons een zowel spiritueel als bloederig gevecht.

Crack Jelle was verhinderd, crack l’Ami ook, maar verzwakt waren wij niet, en dat konden we zeker ook niet van Soest zeggen: het werd een erg spannend gevecht. Om half elf was er nog niet één partij beslist. En wanneer uw correspondent rond die tijd schoorvoetend langs de borden sloop om een prognose te maken, was er op niet één bord iets beslissends waar te nemen.

Het was een beetje jammer dat Hans verloor. Hij leek geen gemakkelijke stelling te hebben, maar Hans is pas verslagen als de stukken weer in de doos zitten. Dat gebeurde om een uur of elf, nadat Bas al een remise had gescoord (0,5-1,5).

Uw nederige dienaar slaagde er in de gelijkmaker te scoren. Mijn tegenstander offerde veel pionnen om ruimte te creëren, maar hield er aan het eind te weinig over om alle gaten te dichten (1,5-1,5).

Hierna volgden nog enige remises, waarvan die van Marcel Schröer boeiend en inhoudsrijk was: een dame eindspel met pionnen, passend bij de entourage. Die van Marcel van Oort kwam waarschijnlijk met enige moeite tot stand, al baseer ik deze mening meer op de gelaatsuitdrukking van beide spelers (Marcel speelde tegen de sympathieke en sterke Marijke Kok) dan op de stand op het bord.

De beslissende stoten kwamen van bord 1 Selman en bord 8 Mark. Een buitengewoon enerverend gevecht leverde Mark, met wisselende kansen, maar onze man trok aan het langste eind. En Selman speelde een prachtige agressieve partij, met een ingenieus loperoffer, midden in de partij en midden op het bord. Zijn tegenstander durfde het niet aan te nemen maar werd koel aan de kant gezet, hoewel hij nog vele zetten uit de hoge hoed toverde met slechts 10 seconden (+10 per zet) op de klok.

Het slotwoord was voor Sten. Hij wilde winnen, hij wilde per sé winnen. Hij leek ook de hele avond iets beter te staan maar uiteindelijk moest hij ondanks hevige tijdnood van zijn tegenstander, genoegen nemen met remise.

Woerden staat nu gedeeld eerste, zowel in match- als in bordpunten gelijk met HSG.

Gehard door ervaring stellen wij ons bescheiden op. Maar, zoals de Vlaming zegt: ‘er gaan er nog zijn die zullen gaan afzien!”

Henk de Heer